Boomthema1 oef1

vul de juiste woord

invullen
(voornaam/achternaam) Ik heet Pieter. Mijn is Jansen.
(heb/spreek) Welke taal je? Nederlands
(gaat/bent) Hoi Els. Hoe het?
(jij/jou) Goed, en met ?
(vervelend/leuk) Ik ben verkouden. Dat is .
(Heb/Mag) ik je iets vragen?
(geen/nee) Spreek je Nederlands? Nee, ik spreek Nederlands.
(thee/koffie) Wil je thee? Nee, ik wil graag .