Boomthema 3oef 5 meervoud

Kies het juiste antwoord

invullen
(vriend) John gaat met zijn op vakantie.
(zus) Ik heb één broer en drie .
(oefening) Jullie moeten als huiswerk drie doen.
(baby) In onze straat zijn gisteren twee geboren.
(week) De cursus Nederlands duurt acht .
(huis) In ons dorp gaan ze veel nieuwe bouwen.
(jongen, meisje) en jullie moeten goed luisteren.
(taal) Herman spreekt drie : Nederlands, Engels en Duits.
(antwoord) De goede van de oefening staan op de website.
(nichtje) Petra heeft één neefje en drie .