terug
Index
volg oef
thema 5 oef 6
Kies het juiste antwoord
invullen
Kies het juiste woord.
Wij eten heel vaak pasta, (omdat/want/maar)
mijn man aardappelen niet lekker vindt.
We gaan heel vaak naar eetcafé Springhaver, (en/dus/als)
we uitgaan.
Zullen we naar de bioscoop gaan, (maar/of/want)
zullen we naar een restaurant gaan?
Peter wil een afspraak met de dokter maken, (dus/en/want)
hij is ziek.
Marjolein is een beetje moe, (want/omdat/of)
ze heel druk is met haar werk en met de kinderen.
(Maar/Dus/Als)
ik honger heb, eet ik een appel.
Hij kent al veel woor (en/dus/maar)
hij vindt het spreken nog moeilijk.
Op maandag leer ik Nederlands, (omdat/en/als)
op dinsdag werk ik.
We gaan naar het park, (want/dus/als)
we met vrienden willen barbecuen.
Ik wil graag samen een film kijken, (en/maar/omdat)
ik heb nog veel werk te doen.
nakijken
OK
terug
Index
volg oef