Hoofdletters 2


Typ het stukje tussen haakjes over met of zonder hoofdletter(s). Hoofdletters bij alle eigennamen, feestdagen en aardijkskundige namen. Ook woorden die van aardrijkskundige namen gemaakt zijn. Geen hoofdletter bij woorden die van feestdagen afkomen, windstreken, maanden. In afkortingen met hoofdletters geen punten typen.
Voorbeelden: Jan van der Broek, Van der Broek, Pasen, paasvakantie, Franse wijn, maart, noorden, a.u.b., KLM, Honda, Amersfoort-Noord.

1. Je kunt informatie inwinnen op het (anwb) -kantoor.
2. Hij brengt een laagje (clearasil) aan op een puistje.
3. Er staat een artikel over in (de telegraaf) .
4. Manilla is de hoofdstad van de (filippijnen) .
5. Maak dat flesje (heineken) eens open.
6. In de tijd van (karel de grote) bestonden er geen kranten.
7. Op prinsjesdag spreekt (koningin beatrix) de Troonrede uit.
8. In de showroom staat ook een tweedehands (mercedes) .
9. Heb jij een verzekering lopen bij (nationale nederlanden) ?
10. De dagtocht gaat naar het (noord-limburgse) plaatsje Thorn.
11. We krijgen tijdens de (paasdagen) visite.
12. Hij neemt met (pinksteren) enkele dagen vrij.
13. De (sint-servaes) in Maastricht is een bezoek waard.
14. ('s nachts) blijft de buitenverlichting aan.
15. Ze opent een rekening bij de (nmb) .
16. De elektricien hangt de (tl-buis) op.
17. Ik neem een abonnement op (tros-kompas) -kompas.
18. Wim heeft een zwart (t-shirt) aan.
19. Mevrouw (G. van der heyden-de boer) woont op nummer 14.
20. Kent u de heren (van ommeren) en (de winter) ?
21. Het water van de (rijn) is vervuild.
22. Het overslagbedrijf vervoert goederen per (rijnaak) .
23. De VVD-fractie in de (tweede kamer) stemt voor het wetsvoorstel.
24. Deze oefeningen zijn getypt door (sanne loomans) uit klas 4 van het (stromenland) .