Hoofdletters 3


Typ het stukje tussen haakjes over met of zonder hoofdletter(s). Hoofdletters bij alle eigennamen, feestdagen en aardijkskundige namen. Ook woorden die van aardrijkskundige namen gemaakt zijn. Geen hoofdletter bij woorden die van feestdagen afkomen, windstreken, maanden. In afkortingen met hoofdletters geen punten typen.
Voorbeelden: Jan van der Broek, Van der Broek, Pasen, paasvakantie, Franse wijn, maart, noorden, a.u.b., KLM, Honda, Amersfoort-Noord.

1. De reisvoorwaarden van de (anvr) worden gewijzigd.
2. De (afdeling bevolking) is tussen de middag gesloten.
3. De (boeing 737) moest een noodlanding maken.
4. De temperatuur bedraagt 12 graden (celsius) .
5. De landen van de (eu) nemen een gezamelijk standpunt in.
6. In (februari) gaan we naar de wintersport.
7. Hij bezorgt in deze buurt de (gooi- en eemlander) .
8. De studie handelt over het leven in de (gouden eeuw) .
9. Ze volgt een (hbo) -opleiding
10. Ken je het stripverhaal (het geheim van de gladiatoren) ?
11. De dienst vindt plaats in de kerk in de (jan van scorelstraat) .
12. De (joodse) hoofdfiguur in het verhaal heet Jakob.
13. Onze voetbalclub is aangesloten bij de (knvb) .
14. De problemen in het (midden-oosten) lijken onoplosbaar.
15. Zweden is een (noord-europees) land.
16. Herman Heijermans schreef het toneelstuk (op hoop van zegen) .
17. Lees jij het weekblad (Libelle) wel eens?
18. Het dorp ligt in de buurt van ('s-gravenhage) '.
19. ('t gaat) regenen.
20. In het museum hangen diverse (van goghs) .
21. Ik ben lid geworden van de (vereniging tot behoud van de waddenzee) .
22. Er komen opklaringen vanuit het (westen) .
23. De levensstandaard in het (zuiden) van Italie is lager dan die in het nooden van het land.
24. We vertrekken zaterdag naar (zuid-frankrijk) .