terug
index
volg oef
niet en geen
Maak goede zinnen.
Maak goede zinnen. Kijk naar het voorbeeld. Staat er niks achter dan moet je niet invullen.
1. Heb je een auto?
Nee, ik heb geen auto. (geen
Nee, ik heb de auto niet. (niet)
2. Wandel je vanavond?
(niet)
3. Heb je een fiets?
(geen)
( niet)
4. Koop je een televisie?
(geen)
(niet)
5. Is je auto groen?
6. Koop je een huis?
(geen)
(niet)
7. Zijn de schoenen nieuw?
8. Ga je naar de markt?
9. Woon je in Duitsland?
10. Heb je een computer?
(geen )
(niet)
11. Koop je boeken?
(geen)
( niet)
12. Verhuis je volgende maand?
13. Lees je kranten?
(geen)
(niet)
14. Maak jij het huiswerk?
(niet)
(geen)
15. Heb je schoenen?
(geen)
(niet)
16. Drink je koffie?
(geen)
(niet)
17. Heb je tijd?
(geen)
(niet)
18. Is de parkeerplaats vol?
19. Eet je appels?
(geen)
(niet)
20. Studeer je vanavond?
21. Is de koffie lekker?
22. Spreek je Engels?
23. Is je huis groot?
24. Ben je op het station?
25. Koop je de fiets?
(niet)
(geen)
nakijken
OK
terug
index
volg oef