volt 4

Type het voltooid deelwoord

Staan

Ik heb op het station .

Zitten

Ik heb op een bankje .

Slapen

Ik heb lang .

Lachen

Ik heb hard .

Wassen

Ik heb me in bad .

Weten

Ik heb een raadsel .

Doen

Ik heb de afwas .

Spelen

Ik heb in de speeltuin .

Moeten

Ik heb dat helemaal .

Roken

Ik heb in de huiskamer .