meervoud thema 1

type het meervoud

invullen
Leer het meervoud.

(leerling) de leerling ................................. v
(liniaal) de liniaal .....................................linealen v
(pen) de pen .........................................pennen v
(boek) het boek .....................................boeken v
(map) de map ........................................mappen v
(gum) de gum ........................................gummen v
(muur) de muur ......................................muren v
(raam) het raam ....................................ramen v
(wc) de wc ............................................wc's v
(lijm) de lijm
(deur) de deur ......................................deuren v
(lamp) de lamp .....................................lampen v
(juf) de juf ............................................juffen v
(meester) de meester ..........................meesters v
(groep) de groep .................................groepen v
(potlood) het potlood ...........................potloden v
(papier) het papier
(schaar) de schaar .............................scharen v
(lokaal) het lokaal ..............................lokalen v
(vloer) de vloer ...................................vloeren v
(stoel) de stoel ..................................stoelen v
(tafel) de tafel ...................................tafels v
(kast) de kast ..................................kasten v
(gang) de gang .................................gangen v
(klok) de klok ..................................klokken v
(agenda) de agenda .........................agenda's v
(bord) het bord ................................borden v
(stift) de stift ...................................stiften v
(slijper) de slijper ............................slijpers v
(toets) de toets ..............................toetsen v
(kleurpotlood) het kleurpotlood ........kleurpotloden v
(schoolgebouw) het schoolgebouw ..schoolgebouwen v
(schoolplein) het schoolplein ..........schoolpleinen v
(sportzaal) de sportzaal .................sportzalen v
(plafond) het plafond .....................plafonds v
(wc-papier) het wc-papier
wastafel) de wastafel ...................wastafels v
(kapstok) de kapstok ..................kapstokken v
(keuken) de keuken ....................keukens v
(verwarming) de verwarming ..........verwarming v
(vensterbank) de vensterbank ......vensterbanken v
(sleutel) de sleutel ......................sleutels v
(schooltas) de schooltas .............schooltassen v
(bureau) het bureau .....................bureaus v
(bureaustoel) de bureaustoel ........bureaustoelen v
(kantoor) het kantoor ...................kantoren v
(tekening) de tekening .................tekeningen v
(plakbank) het plakband
(computer) de computer ..............computers v
(prullenbak) de prullenbak ...........prullenbakken v
(stopcontact) het stopcontact ......stopcontacten v
(schakelaar) de schakelaar .........schakelaars v