Oefening 18

Zet de woordjes op de goede plaats


Zet de woordjes op de goede plaats


28 graden - boodschappen - binnen - drinken - gaat - geeft -
maken - nat - schijnt - wind - zon

Morgen is het zondag. Adita is dan jarig en ze een feest. Vandaag
moeten Adita en Shakil veel doen voor het feest.
Ze gaan eerst naar de markt en naar de slager. De zon .
Het is erg warm, wel ! Shakil heeft het erg warm.
Adita ook nog naar de bakker en de supermarkt.
Adita is heel moe. 's Avonds gaan ze koken. Ze veel eten voor het feest.
Dan is het zondag. Shakil zet het eten en buiten
op een tafel. Het feest begint. Dan gaat de hard
waaien. De schijnt niet meer. Het gaat regenen
en alles wordt . Adita en Shakil brengen het eten
en drinken snel naar . Daar gaat het feest verder.