zinnen maken 2

Zet in de goede volgorde


Begin met de HOOFDLETTER. Vergeet geen punt op het einde van de zin.

Het tweede deel is een werkwoord. (persoonsvorm)


heb-Ik-een huis- in Amsterdam...................................... (begin met Ik)

zijn auto-De buurman-parkeert .................................

koopt-een broodje kaas.- in de middag-Hij............................

hang-Ik-buiten op het balkon.-de was..........................

mijn vader-kijkt-Bij een vriend-televisie. .......................................... (begin met: Bij een vriend kijkt....)

volgende maand-een operatie-krijgt-Mustafa........................ .

op het strand-verkoopt-ijsjes-Ze..........................................

Veel mensen-een kaartje.-sturen...........................................