zinnen maken 1


Begin met de Hoofdletter. Vergeet de punt niet op het einde van de zin.


loopt/buiten/Yusuf.....................

binnen-Maria-zit .......................

leest-de krant-Andreas.............

Marokkaans-spreekt-Aisha........


spreekt-Nederlands.-Jan..............

werkt-Mehmet-in de fabriek.........

Henna-een kind-krijgt..................

Mijn opa-morgen-komt................

zit-De docent-in de auto...............

leren-Nederlands-Wij....................